De strijdbijl van Wijnjeterp.

Geplaatst 1 juni 2022

Wie heeft de Vuistbijl, ik bedoel de échte, wel eens in de hand gehad? In ieder geval Stapel, die er zijn kennis op los liet. Hij weet dus ook hoe de steen er uit ziet, en wat voor vorming het is. Een steen als van donkerbruine honing, met verkleuring, wat Bryozoën, én misschien hier en daar wat lichter gekleurd. Ik heb een steen van een soortgelijk materiaal. Nou wat maakt dat uit, zult u zeggen? Het bijzondere is dat hij in de buurt waar de Vuistbijl van Wijnjeterp gevonden is, en wel op minder dan 200 meter van de plaats die Jappie en Bram aangaven. Deze steen heeft ongeveer het hetzelfde uiterlijk als de echte vuistbijl. Geen wonder natuurlijk, het is daar een eindmorene, en de kans is groot, dat de vuistbijl van Wijnjeterp daar ter plekke op de Mersken is gemaakt. Het is daar zoals ik en een oud archeoloog constateerde, een en al steen die tot in de teeltlaag voortkomt. Zowel keien als vuursteen. Wacht, ik haal die steen van mij er even bij.

Deze steen vond ik in 1991 over de weg – de Mersken – twee kampen westelijk van Jappie’s vindplaats van de met Andries van den Bosch verruilde bijl. Hij lag bij een hoopje stenen en ander spul die de ( aardappel-) rooimachine uitgesorteerd had. De steen had ook een knauw gehad en wel zodanig dat ik hem later heb moeten lijmen. Maar, vindt u het geen schatje?

Toen ik op 1 februari 2023, mijn verzameling middeleeuwse scherven samen met Evert Kramer naar het Noordelijk Archeologisch Depot in Nuis bracht, bleek dat ze daar ook wel belangstelling hadden voor het halfbroertje van de echte Merskenbijl. Met behulp van het schemaatje bij Bohmers Biografie, door Carmiggelt kon ik constateren dat beide stenen zeker vier oppervlakte verschijnselen gelijk hadden. Over het vijfde verschijnsel – de drukkegeltjes – verkeer ik als amateur in onzekerheid. Daar zou iemand als Stapert toch eens naar moeten kijken.

Rechtsboven naast de “witte korst” is te zien dat hier ook een melk-achtige aanslag is te zien. Net als Stapel opmerkte op het door hem beschreven exemplaar. (Ex v.d. Vliet, Ex v.d. Bosch, ex Jappie en Bram) Hij als specialist zag meer. Ik had hier graag een vuistbijl in willen zien en heb hem eerst getoond aan J. Snaaijer en daarna ging hij op tournee, door het hele Drentse archeologische circuit. Ik kreeg hem terug via Sake Jager, die er nogal misprijzend over deed. Ik moest me niet verbeelden dat dit een vuistbijl was. Het was hoogstens een erop gelijkend voorwerp, dat niet door mensenhanden bewerkt was. Het was hoogstens een pseudo artefact. Wat ik me al die niet heb gerealiseerd is het feit, dat dit twee stenen zijn die op en uit dezelfde eindmorene zijn gekomen. Ze hebben in elk geval voor een deel dezelfde verschijnselen. Er valt nu wat te vergelijken. Want, waar is dat steentje, waarmee Bohmers de bijl in 1952 vergeleek? Dat is net als alle andere beweringen uit de Van der Vliet hoek, de zogenaamd wetenschappelijke hoek, verdwenen, net als veel van hun uitlatingen door cijfers en metingen fout zijn , of ze zijn niet te verifiëren. Zie mijn expertise in het boekje hierna.

Zie op de pagina van Vuistbijl van Wijnjeterp, hierboven. Even de titel er bij pakken en daar is’tie. En dit is het antwoord op het bedrog in: “De strijdbijl Van Wijnjeterp, door Gooitzen van der Vliet uitgegeven. “

Als hij, Gooitzen geen tegenbewijzen levert op de fouten en valsheid van zijn site, kunt u er zeker van zijn dat de vondst een ruiling is geweest, dat alle drie vindplaatsen, ten eerste: die van hun brochure het niet is, ten tweede: de plek die Bohmers onderzocht het niet is, en dat ten derde de plaats ten zuiden van de tumulus het ook niet is. De bewijzen worden in dit werkje geleverd. 96 pag. met kopieën van authentieke bewijsstukken.

Dit boekje is bij de administrator van deze site te bestellen: Jan Post. Robinsonstraat 139 8923 AN Leeuwarden. Tel 058 267 25 13. Kosten € 12,50. per post, afgehaald 10 Euro.

Nog een aardigheidje uit de jaren 90. Op een rommelmarkt vond mijn vriendin een boek met de handtekening er in van Hein van der Vliet. Het betrof de selektie van artikelen die G.A. Wumkes uit de Leeuwarder Courant had geselecteerd. Een van de weinige toegangen tot het historisch nieuws voor Delpher er was. Wat was er gebeurd? De sufferds van de tweede generatie hadden de intellektuele diepgang van hun vader verpatst. En tegelijk lieten ze zien, dat ze zelf geen enkele eerbied voor hun vader en zijn kwaliteiten hadden. Uiteindelijk kwam het tot een overeenkomst: de vriendin stuurde de uitgeknipte handtekening op en hield het boek zelf. En dat soort lui denkt dat wij hun vader (grootvader) belasteren! Kom nou, dat kunnen ze zelf zo het blijkt, het beste. In de tijd tussen 1956 en 1990 hebben ze bij de verkoop van de stenen er zoveel mogelijk aan proberen te verdienen en zijn verder nalatenschap in de ramsj gedaan. Met dat soort mensen heb je te maken.